-
1 rebound
n. terugkaatsing (v. bal in basketball, enz.)--------v. terugstuitenrebound1[ rie:baund] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 terugkaatsing/stuit 〈 van bal〉♦voorbeelden:2 on the rebound • van de weeromstuit, als/uit reactie————————rebound21 terugkaatsen ⇒ terugspringen/stuiten♦voorbeelden: -
2 reverberate over/upon
reverberate over/upon -
3 reverberate
v. weerkaatsen; weerkaatst worden; weergalmen[ rivvə:bəreet] 〈zelfstandig naamwoord: reverberation〉♦voorbeelden:
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский